1806 – 1865
Deze biografie beschrijft het leven van Hendrik (Hein) Balm, kleinzoon van stamvader Jacob (Jaques) Balm.
Hendrik (Hein) wordt op dinsdag 25 november 1806 geboren, als tweede zoon van Jacob Balm en Elisabeth ter Voort, in de Tichelstraat op de hoek met de Lijnbaansgracht in de volkswijk de Jordaan te Amsterdam.
Aantekening van de geboorte en de doop van Hendrik.
Op 3 december 1806 wordt Hendrik (Hein) door dominee Dirk Cornelis van Voorst gedoopt in de Nieuwe Kerk op de Dam in Amsterdam.
Getuigen zijn opa Hendrik ter Voort en oma Alida Bos van moeders kant. Hendrik is naar zijn opa vernoemd.Nieuwe Kerk op de Dam
Hendrik (Hein) groeit op in de Tichelstraat.
de Tichelstraat in 1910
Zijn vader Jacob is kruier (sleper) en het gezin woont tegenover een sleperij, zoals beschreven in de trouwakte van zijn vader en moeder.
Op de foto uit 1910 zijn de handkarren van een vervoersbedrijfje te zien. Na een eeuw zit er nog altijd een vergelijkbaar vervoersbedrijf in de steeg. Zal het hetzelfde bedrijf zijn?
Er is veel handel en nijverheid in de buurt te vinden; een buskruit-fabriek (salpeterhuisje), een klokken- en geschutgieterij en een aantal tegel- en steen(tichel)bakkerijen.
Op 19 augustus1811 wordt zijn broer Johan geboren.
Hendrik (Hein) is dan vier jaar oud.
Het gezin verhuist naar de Mandenmakerssteeg, nummer 6, in het centrum van Amsterdam.
De steeg verbindt het Damrak met de Nieuwendijk en de Nieuwezijds Voorburgwal.
Mogelijk heeft de verhuizing te maken met de verandering van beroep van zijn vader. Het kruien (slepen) kan hem te zwaar geworden zijn.
Jacob is op 51-jarige leertijd schoenmaker geworden, zoals jaren later te lezen valt in het patiëntendossier bij een ziekenhuisopname van Hendrik (Hein).
De Mandenmakerssteeg halverwege de twintigste eeuw.
Het gezin leeft onder het bestaansminimum en krijgt regelmatig steun van het gemeentebestuur.
Op woensdag 25 maart 1812 overlijdt Jacob, zijn vader, op 52-jarige leeftijd. Hendrik (Hein) is dan vijf jaar oud.
Lijsje, zijn moeder, kan de situatie moeilijk aan.
In de zomer van 1812 krijgt het gezin nog eenmaal steun van het Amsterdamse gemeentebestuur. In het register staat vermeldt dat de kinderen “gepokt” hebben.
,
Ook staat geschreven dat Lijsje in 1812 geroyeerd wordt en daardoor geen verdere steun om zal ontvangen.
Zij hertrouwt met Jan Hendrik Schnux.
Wat er in de maanden die volgen met de kinderen gebeurt, is niet te achterhalen. Mogelijk worden ze opgevangen door de Waalse kerk.
Wel is bekend dat de Hendrik (Hein) en zijn twee broers anderhalf jaar na het overlijden van hun vader onder de naam Balem op 14 september 1813 worden ingeschreven bij het Aalmoezeniersweeshuis, gelegen aan de Prinsengracht, op de hoek van de Leidsestraat.
Wie zal de kinderen daar gebracht hebben? Over hun moeder Lijsje wordt geschreven dat ze is weggelopen. Haar achternaam wordt niet genoemd.
De kinderen verblijven tot 9 juni 1820, een kleine zeven jaar, in het weeshuis.
Hoe is het hen daar vergaan?
De volgende praktijk is voor Hendrik van toepassing.
Hij verblijft van september 1814 tot en met zijn tiende verjaardag in 1819 in het kinderhuis. De jongens en de meisjes leven gescheiden.
Na zijn tiende verjaardag gaat hij naar het grootkinderhuis, waar de voorbereiding op het leven buiten het weeshuis plaats zal vinden.
De leefomstandigheden in het weeshuis zijn slecht te noemen.
In 1820 schrijft C.J.Nieuwenhuis:
“Bijna alle kinderen zijn te klein van gestalte, ze zijn niet tot wasdom gekomen en hebben een zwakke maag.
Ze zijn bleek van kleur, hebben last van huidziekten en hoofdzeer.
Er slapen drie tot vier kinderen in een krib en de kamers zijn onvoldoende gelucht.
Het eten is zwaar en te weinig, met als gevolg dat er te schrokkerig gegeten wordt om genoeg te krijgen.
Overzicht van de maaltijden in de week van 8 t/m 15 februari 1818
Het aantal te vondeling gelegde wezen neemt sterk toe.
De hoge sterfte onder ouders is hier mede de oorzaak van.
In de jaren na 1800 worden er jaarlijks 300 tot 800 kinderen te vondeling gelegd. Rond 1817 wordt het aantal van 800 kinderen bereikt.
Hendrik (Hein)woont, ten tijde van de Franse overheersing en de nasleep daarvan, in het weeshuis.
Nederland moet meebetalen aan de oorlogsvoering van Frankrijk.
Het gevolg is dat de overheidsgelden voor weeshuizen wordt verminderd. Door het uitbesteden van oudere weeskinderen als werknemers bij fabrikanten, middenstanders en boeren wordt getracht een andere bron van inkomsten te creëren.
In 1810 wordt de militaire dienstplicht ingevoerd. In de periode voor de invoering worden oudere weesjongens beschouwd als potentiële rekruten.
Tot een verlichting voor de weeshuizen komt het niet.
De minimum lengte voor een rekruut wordt eerst vastgelegd op 1598 millimeter en later, toen er een tekort aan rekruten kwam, op 1544 millimeter.
Toch blijven veel weeskinderen onder deze minimumlengte.
Een andere manier om het aantal wezen terug te dringen, is het opsporen van ouders die hun kind te vondeling hebben gelegd.
Tussen 1819 en 1821 worden maar liefst 1158 ouders opgespoord.
Waarschijnlijk is Lijsje ter Voort één van deze ouders.
Een andere mogelijkheid is ook dat zij zich heeft bedacht.
Op 9 juni haalt zij haar drie kinderen op en tekent een verklaring dat zij goed voor hen zal zorgen.
Hendrik (Hein) is dan dertien jaar oud.
Jacob, de oudere broer van Hendrik, wordt kruier (sleper), zoals zijn vader. Hij woont op de hoek van de Keizersgracht met de Leidsestraat.
Ruim vijf jaar later, op 7 oktober 1825, overlijdt moeder Lijsje ter Voort op 44-jarige leeftijd.
Zij wordt op 8 oktober begraven.
Jacob, de oudste zoon, wordt twee keer kort achter elkaar op de mannenafdeling van het Buitengasthuis opgenomen.
De eerste opname is van 12 april 1826 tot 1 maart 1827; in totaal 323 dagen.
Een paar maanden daarna is er een opname van 101 dagen, van 21 november 1827 tot 1 maart 1828.
Beide keren wordt hij op de mannenafdeling veneriek behandeld.
Hij is met de “Venusziekte” besmet (geslachtsziekten).
Het is niet bekend hoe zijn leven verder verloopt.
Over Johan, de jongste broer van Hendrik (Hein), zijn geen verdere gegevens bekend.
Hendrik (Hein) is 18 jaar oud als zijn moeder overlijdt.
Hij werkt als wijnkopersknecht in Amsterdam of Haarlem.
In het adresboekje van “Kooplieden, Bankiers, handelsbedrijven of negotiedoenden der stad Amsterdam” uit 1821 worden dertig wijnhandelaren vermeld die in die jaren actief zijn.
Zijn beroep van wijnkopersknecht staat ook vermeld op het certificaat van de Nationale Militie van de provincie Noord-Holland, afgegeven op 8 augustus 1828, registratienummer 2847.
Hendrik (Hein) is met lotingsnummer 3386 uitgeloot en wordt niet opgeroepen voor militaire dienst.
Op het certificaat staat zijn signalement vermeld:
lengte: 1 el, 6 palm, 0 duim, 5 streep = 160,5 cm
(volgens het Nederlands metriek stelsel uit 1816)
aangezicht: ovaal
voorhoofd: plat
ogen: blauw
neus: groot
mond: breed
kin: rond
haar: bruin
wenkbrauwen: bruin
merkbare tekenen: geen
In deze periode verandert er veel in het leven van Hendrik (Hein).
Hij woont in de Egelantierstraat op nummer 38, in het Anslo’s Hofje.
Het hofje is in 1616 door de protestantse lakenhandelaar Claes Claesz. Anslo gesticht, voor minderbedeelde doopsgezinde Amsterdamse inwoners. Het hofje wordt ook wel “het Claes Claesz-hofje” genoemd.
het hofje vóór de restauratie in de jaren ’60 van de vorige eeuw
het hofje, de overzijde, vóór de restauratie in de jaren ’60
het toilet
bedstee en keuken
Hendrik (Hein) ontmoet zijn toekomstige vrouw Maria Severijnse.
Maria is geboren op 18 januari 1802 te Heemstede.
Zij is de dochter van Pieter Severijnse, een timmermansknecht, en Adriaantje van Steenderen.
Maria is Rooms Katholiek en opgenomen in het doopboek van de
R.K. kerk te Berkenwoude.
Maria woont in Spaarndam en is zonder beroep.
Op 13 en 17 mei wordt de aankondiging van het huwelijk gedaan bij de stadhuizen van Amsterdam en Spaarndam.
Op 24 mei 1829 vindt te Spaarndam het burgerlijk huwelijk plaats.
Huwelijksakte met links onderaan de aantekening dat Maria aangeeft niet te kunnen schrijven.
vertaling huwelijksakte
Vier maanden later vindt op 24 september 1829 het kerkelijk huwelijk plaats in de R.K. kerk te Spaarnwoude.
Rooms Katholieke kerk van Spaarnwoude.
Maria is zevenentwintig jaar en Hendrik (Hein) tweeëntwintig jaar oud.
Hendrik wordt belijdend katholiek.
Het overstappen van de protestantse naar de katholieke kerk zal voor Hendrik een praktische stap geweest zijn. Het volgden van zijn vrouw heeft voorop gestaan.
Van de motieven van zijn grootvader, Jaques Balm om circa vijfenzeventig jaar daarvoor aan de katholieke overheersing en vervolging te ontsnappen, zal hij geen weet gehad hebben.
Maria heeft op het moment van haar huwelijk met Hendrik (Hein) twee kinderen. Op 19 december 1826 is haar dochter Adriana Severijnse te Haarlem geboren. In de geboorteakte staat niet wie de vader is.
geboorteakte van Adriana Severijnse
Adriana overlijdt op 71-jarige leeftijd, op 16 maart 1898, te Utrecht.
bidprentje bij het overlijden an Adriana Balm
Zij huwt op 27 augustus 1848 met Petrus Jukes en wordt enige maanden voor haar huwelijk door haar vader Hendrik (Hein), bij Koninklijk besluit, erkend als zijnde zijn dochter.
Adriana en Petrus Jukes krijgen acht kinderen
Haar moeder Maria Severijnse was vóór de geboorte van Adriana dienstbode en woonde in de Patientiestraat W2 nr. 808 te Haarlem.
Getuigen bij de aangifte waren Jan Luikel, lettergieter, wonende in de Patientiestraat, Jan van Eskert, schilder, wonende in de Lange Hofstraat en de vroedvrouw Martina Lasschuit.
Op 11 april 1829 wordt, ruim één maand voor het burgerlijk huwelijk, Hein (Hendrik) Severijnse te Spaarndam geboren.
De ambtenaar maakt er “Severeijnser” van.
In de geboorteakte wordt de jonge Hein omschreven als een onechte zoon en Maria als ongehuwd.
Getuigen bij de aangifte zijn Willem Krijger, veertig jaar oud en werkman, Adolf Melchior Mattheuszoon, negenendertig jaar oud en schoenmaker, en vroedvrouw Maria de Beers (weduwe van Martijn Buizer), negenenvijftig jaar oud.
Hein Balm, zoon van Hendrik (Hein) Balm en Maria Severijnse
Hein huwt met Guurtje Rozenkrans.
Uit dit huwelijk worden vier kinderen geboren. Drie van de vier kinderen overlijden op jeugdige leeftijd.
Guurtje overlijdt kort na de geboorte van haar laatste kind.
Hein huwt na enige maanden met Catharina Toolen.
Uit dit huwelijk worden zes kinderen, allemaal jongens, geboren.
Vijf van hen overlijden op jeugdige leeftijd.
Catharina overlijdt op 51-jarige leeftijd in 1884.
Hein wordt 71 jaar oud. Op 16 maart 1848 erkent zijn vader hem, bij een Koninklijk besluit, als zijn wettig kind.
Hij overlijdt op 23 november 1900 te Spaarndam.
Hij is visser en later vishandelaar van beroep.bidprentje bij het overlijden van Hein (Hendrik) Balm 1829-1900
We gaan terug naar vader Hendrik (Hein) Balm.
De vraag is of hij de biologische vader is van Adriana en Hein.
Dit is, gezien de geboortedatum, zeker te verwachten bij zoon Hein.
Het jongetje wordt naar hem vernoemd.
Opvallend is dat vader Hendrik (Hein) bij zowel Adriana als bij Hein in de geboorteakte niet als getuige wordt genoemd.
Hendrik (Hein) Balm en Maria Severijnse wonen, ten tijde van hun huwelijk, met de twee kinderen in Amsterdam in de Egelantierstraat.
Op 14 mei 1830 wordt Hendrik opgenomen in het Buitengasthuis op de afdeling “mannenziekten”.
Maria wordt in het register omschreven als de echtgenote en wonend te Amsterdam.
Na zeven dagen wordt hij uit het ziekenhuis ontslagen.
register Buitengasthuis van 14 mei 1830
Het plan bestaat om in 1834 de huisjes van het hofje aan de Egelantierstraat te renoveren. Het zou er te vochtig zijn.
Is de slechte staat van hun huis in 1830 het motief voor Hendrik (Hein) en Maria om Amsterdam te verlaten en naar Spaarndam te verhuizen?
De woonsituatie zal zeker een rol gespeeld hebben.
Daarnaast kan het ontbreken van een familieband in Amsterdam mede bepalend voor het vertrek.
Hendrik (Hein) staat er in Amsterdam alleen voor. Zijn vader heeft hij nauwelijks gekend en zijn moeder is recent overleden.
Zijn oudere broer Jacob is ziekelijk en mogelijk overleden.
Over zijn jongere broer Johan wordt, na het ontslag uit het weeshuis, niets meer vernomen.
De band met Spaarndam is er wel.
Alle getuigen bij hun huwelijks- en bij de geboorteaangifte van hun kinderen komen uit Spaarndam. Het zullen collega’s van Hendrik (Hein) geweest zijn.
Daarnaast woont Maria voor haar huwelijk in Spaarndam. Haar tweede kind, zoon Hein, wordt er geboren.
De naam Severijnse komt in Haarlem en omgeving veelvuldig voor.
Ze zal er veel familie gehad hebben.
Het gezin van Hendrik (Hein) Balm en Maria Severijnse verhuist naar Spaarndam en gaat wonen op het Visserseinde.
Hendrik wordt werkman en later visventer.
Na Adriana en Hein worden nog vijf kinderen geboren.
Als eerste wordt op 16 september 1831 Willem Arnoldus Balm geboren.
Het leven van Willem Arnoldus wordt beschreven in een biografie.
De volgende gezinsuitbreiding vindt plaats op 17 februari 1835;
het vierde kind, zoon Petrus (Piet) Jacobus wordt geboren. Hij wordt op dezelfde dag gedoopt in de R.K. kerk te Haarlemmerliede.
Hij overlijdt op 1 mei 1877, op 42-jarige leeftijd, te Spaarnwoude.
Zijn bijnaam is “de ouwe Pot”. Hij is werkman en koopman van beroep.
Zoon Joannus Jacobus (Jan) wordt geboren op 18 maart 1838 te Spaarndam en op dezelfde dag gedoopt in de RK kerk te Haarlemmerliede.
Hij overlijdt op 16 juni 1910, op 72-jarige leeftijd, te ’s Gravenhage.
Hij is aannemer van beroep.
Het zesde kind is zoon Reijnerus (Reinier). Hij wordt geboren op 9 maart 1841 te Spaarndam en op dezelfde dag gedoopt in de RK kerk te Haarlemmerliede.
Hij trouwt met een naamgenoot van zijn moeder, ook een Maria Severijnse.
Hij overlijdt op 6 februari 1879, op 37-jarige leeftijd, te Velsen.
Reinier zakt op die dag door het ijs van de Mooie Nel en verdrinkt.
Zijn beroep is boerenknecht en metselaar.
Jacobus is de laatste zoon. Hij wordt geboren op 23 oktober 1844 te Spaarndam en op dezelfde dag gedoopt in de RK kerk te Haarlemmerliede.
Hij overlijdt op 8 maart 1866 te Spaarndam, op 21-jarige leeftijd.
Hij was ongehuwd en woonde te Velsen.
Hendrik (Hein) en zijn gezin hebben het niet breed.
Ze wonen op het Visserseinde.
Hendrik (Hein) is visverkoper.
De winters gedurende de jaren 1840 tot en met 1850 zijn zeer streng.
Het zijn de laatste jaren van de zo gemaande “kleine ijstijd, die ruwweg duurde van 1550 tot 1850.
Het water van de Zuiderzee is regelmatig bevroren.
Er wordt geschreven over een ijsdikte van Leeuwarden van 34 Rijnlandse duimen (= 90centimeter).
Kooplieden uit Kampen rijden met hun karren over het ijs via Urk naar Enkhuizen.
In Durgerdam, boven Amsterdam, vriezen ijsvissers vast met hun boten en moeten vechten voor hun leven.
Vis wordt er nauwelijks gevangen.
Een vismethode is het “botkloppen”. De vissers hakken met een bijl vijf gaten in het ijs om onder het ijs meerdere netten van van elk vijftien meter lang te plaatsen. Het is een vermoeiend karwei, terwijl het eigenlijke botkloppen nog moet beginnen.
Met een klap laten de vissers herhaald een groot blok hout op het ijs neerkomen. De op de bodem gelegen bot (platvis) zal verschrikken, wegzwemmen en in de netten verstrikt raken.
Hendrik (Hein) kan zijn gezin nauwelijks onderhouden.
De gemiddelde dagtemperatuur van de wintermaanden november 1847 t/m maart 1848 ligt op -0,6 graad.
Hij doet een beroep op steun bij de gemeente.
Op 3 december 1847 verklaart de burgemeester van Spaarndam dat Hendrik (Hein) en Maria Balm in zodanige behoeftige omstandigheden verkeren, dat zij als onvermogend aangemerkt worden.
Op grond daarvan zijn zij onmachtig om de zegelrechten van de gemeente Spaarndam te betalen.
Het zal waarschijnlijk ook gegaan zijn om gemeentelijke leges.

Visserseinde rond 1900
Op 2 oktober 1865 overlijdt Hendrik (Hein), op 58-jarige leeftijd, om 6 uur in de ochtend, aan het Visserseinde nummer 9b te Spaarndam. overlijdensakte van Hendrik (Hein) Balm
Hendrik (Hein) Balm wordt op 5 oktober 1865 begraven op het RK kerkhof van Haarlemmerliede.
Bronnen:
- S.W. Balm e.a.: “Drie baarsjes en een ham”, 1967;
- G. Mak: “Een kleine geschiedenis van Amsterdam”, 1999;
- Bakker, Noordman en Rietveld: “Vijf eeuwen opvoeden in Nederland”;
- Gerrit van den Belt: “Spaarndam in oude ansichten deel 1-2-3, 1985
- https://www.jordaanweb.nl;
- https://hofjesinamsterdam.nl;
- http://biografischportaal.nl;
- Gemeente Amsterdam: gemeentearchief Amsterdam;
- Beeldbank gemeentearchief Amsterdam;
- http://www.geschiedenislokaalamsterdam.nl;
- http://www.allemaalfamilie.nl;
- http://www.amsterdam.nl;
- Gemeente Haarlem: Noord-Hollands Archie
- Beeldbank Noord-Hollands Archief;
- https://www.wintergek.nl;
- Archiefgegevens: Joop Boxelaar, Agnetha en Robert Balm,
Ben Balm.